Achtergrond van de kennisworkshops

We ontwikkelen vakkennis door de gebruikte handelingslogica te analyseren


In de kennisworkshop ga je in gesprek met collega’s over door deelnemers ingebrachte casussen en vragen uit het vak, willen we leren van de successen en fouten van vele anderen en ontwikkel je samen handelingsgerichte vakkennis.


Kernvraagstuk is de effectiviteit van handelen: de aanpak, de handelingsadviezen aan cliënten en de handelingen voor veranderen en verbeteren.


We analyseren de gebruikte handelingslogica mbv de zogenaamde
pCIMO-logica:

  • wat was het probleem-in-zijn-Context: pC?
  • wat was de gebruikte Interventie (of geheel van samenhangende interventies): I?
  • wat was de uitkomst (of waren de uitkomsten) van deze I (Outcome): O?
  • wat waren de generatieve Mechanismes die in deze C die O hebben gegeven: M?


De kennis over effectieve handelingsstrategieën heeft een ander karakter dan de formele kennis van de natuurwetenschappen met ‘harde’ relaties tussen oorzaak en gevolg.

We onderzoeken ‘zachte’ relaties tussen handeling en uitkomst


Organisatieadviseurs werken in het sociale domein en daar bestaan slechts ‘zachte’ relaties tussen oorzaak en gevolg en tussen handeling en uitkomst. In dit ondergedetermineerde en ‘messy’ domein spelen vooral complexe vraagstukken, zoals samenwerkingsproblemen.

Het verklaren van verschijnselen en handelingsuitkomsten op grond van goed te bepalen factoren is voor complexe vraagstukken niet mogelijk. Ze zijn beter aan te pakken met ‘zachte’ kennis, ofwel ervaringskennis. Ervaringskennis is een middel om te begrijpen. Begrijpen gebruikt geen reductionistische beelden van oorzaak en gevolg in termen van een beperkt aantal factoren, maar totaalbeelden daarvan in alle benodigde diversiteit en detaillering. Zachte kennis kan zeer krachtig zijn en is de best mogelijke kennis voor complexe vraagstukken.

Persoonlijke ervaringskennis opwerken


Ervaringskennis wordt verkregen door te leren van waarnemen en handelen in concrete, specifieke situaties. Ervaringsleren leidt tot persoonsgebonden kennis. Deze kennis kan door de betreffende persoon gebruikt worden, maar heeft ook beperkingen: (‘bias’) door mono-perspectief, bewuste en onbewuste vooroordelen en vooringenomenheid door belangenverstrengeling.


Om bruikbaar te zijn voor het adviesvak moet persoonlijke ervaringskennis over de effectiviteit van handelen worden opgewerkt (‘upgraded’) tot wetenschappelijke ervaringskennis. Dit kan gebeuren door deze kennis te expliciteren, te valideren (zorgvuldig nagaan of de interventie inderdaad ‘gewerkt’ heeft), te objectiveren (door de redeneringen te delen met vele, kritische vakgenoten), te generaliseren (door de interventie toe te passen in diverse contexten en uitkomsten te vergelijken) en, last but not least, te begrijpen waarom die interventie in deze context die uitkomsten heeft geleverd (door logica, ervaring, case-based reasoning en algemene literatuur).

Wetenschappelijke ervaringskennis


‘Wetenschappelijke ervaringskennis’ kan door sommigen gezien worden als een contradictio in terminis. Zeker door mensen die, bewust of onbewust, het begrip wetenschappelijke kennis beperken tot de formele, ‘harde’ kennis van de natuurkunde. Men kan echter Plato volgen en (wetenschappelijke) kennis definiëren als ‘justified, true belief’. Het begrip ‘wetenschappelijke kennis’ kan dan worden geoperationaliseerd als valide kennis (‘true belief’). Verworven en getoetst door een transparant en geobjectiveerd proces (‘justified’). Dan kan men ook zorgvuldig en methodisch opgewerkte ervaringskennis beschouwen als wetenschappelijke ervaringskennis.

Wetenschappelijke ervaringskennis in de geneeskunde


Leerboeken en richtlijnen in de geneeskunde zijn hoofdzakelijk gebaseerd op ervaringskennis, verworven door het zorgvuldig waarnemen en documenteren van behandelingen en uitkomsten van die behandelingen van grote aantallen vergelijkbare ziektegevallen. Er wordt natuurlijk gemeten waar dat mogelijk is (zoals het meten aan bloed- en weefselafnames), maar formele, ‘harde’ kennis over behandelingen verkregen door de befaamde (maar vaak ook sterk bekritiseerde) Randomized Controlled Trials speelt daarbij slechts een zeer beperkte rol. Die beperkte rol van formele kennis komt doordat ook medische problemen vaak complex in plaats van gecompliceerd zijn en dan niet adequaat kunnen worden aangepakt met alleen gebruik van een goed te bepalen limitatief aantal factoren.


Het opwerken van persoonlijke ervaringskennis wordt in de geneeskunde informeel uitgevoerd, maar is wel zeer krachtig: zeer intensieve en voortdurende kritische discussies over de effectiviteit van alternatieve behandelingen tussen vele vakgenoten op diverse fora en niveaus en via diverse kanalen. Veel geneeskundige ervaringskennis kan daarom met recht wetenschappelijk worden genoemd (ook al doen medische onderzoekers dat zelf vaak niet).

Share by: